Een vertrouwenspersoon ondersteunt en begeleidt de betrokkene die het ongewenste gedrag ervaart of een vermeende integriteitsschending wil melden. Hierbij is het advies gericht op het bieden van hulp, welke begeleiding aanwezig is en mogelijk is en het uitzoeken van oplossingsrichtingen. Bij andere zaken zal de vertrouwenspersoon een luisterend oor bieden, adviseren en doorverwijzen.
Een vertrouwenspersoon heeft bij het signaleren van integriteitsschendingen, bepaalde ongewenste gedragingen en zaken zonder dat hiervan melding is gemaakt, de taak ongevraagd advies te geven. Gevraagd en/of ongevraagd advies wordt gegeven aan het management en de OR (indien van toepassing) van een organisatie. Hierbij wordt altijd uitgegaan van anonimiteit en vertrouwelijkheid.
Een vertrouwenspersoon maakt jaarlijks een rapportage (jaarverslag) met daarin een analyse van het ongewenste gedrag binnen de organisatie. Dit rapport is geheel anoniem en herleidbaar naar concrete personen en/of gebeurtenissen. Het doel van het jaarverslag is rapporteren aan het management en de OR van een organisatie om zodoende het lerend vermogen van de organisatie omtrent ongewenst gedrag en integriteit te verhogen. Aan de hand van de casuïstiek kan er bijvoorbeeld een besluit worden genomen om aanvullende preventieve maatregelen te nemen.